Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. Hij zei:
‘Ik zweer bij Mijzelf – spreekt de HEER:
Omdat je dit hebt gedaan, omdat je Mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, zal Ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar Mij geluisterd.’
Daarna ging Abraham terug naar zijn knechten. Samen gingen ze weer op weg naar Berseba, en daar bleef Abraham wonen.